Dragers van de school

Ik heb het kinderkantoor afgehuurd.

Zo gaat dat op een democratische school. Leraar zijn geeft mij geen recht om eigenhandig een ruimte te bezetten. Dat gaat in overleg.

Daar zit ik. Met een aantal kinderen die ik in de wandelgangen aangesproken heb.

Helpen om de school een fijnere plek maken. Dat is wat ik als overkoepelend begrip gebruikt heb. En dat is voor deze kinderen genoeg. Enthousiast hebben ze allemaal ja gezegd. En ik weet dat deze negen kinderen lang niet de enige zijn. Maar ik wil niet te groot beginnen.

Ik begin met uit te leggen wat ik van plan ben. We gaan iets doen wat in nog geen enkele ‘samenleving’ gelukt is. We gaan elkaar aanspreken op gedrag, en we gaan dat doen zonder dat we een verstikkende sociale norm opleggen.

Het is nodig.

Er wordt te veel rotzooi gemaakt. Er gaan te veel dingen stuk. Er zijn te veel conflicten.

Het is allemaal nodig, het hoort er allemaal bij.

Maar te is te.

Veel kinderen gaan wel verantwoordelijk om met spullen. En die balen er van dat andere kinderen dat niet doen. Maar ze weten niet hoe ze daar iets aan kunnen doen.

Hoe spreek je iemand aan?

Dat is lastig,

en eng.

Als je het niet eng vindt weet ik niet of ik je vertrouw.

Daar gaan we elkaar dus nu bij helpen. Daar is deze groep voor. Dragers noem ik ze. Kinderen die de school helpen dragen.

Ze zijn niet alleen enthousiast. Ze willen meer.

We kunnen ook helpen bij conflicten.

We kunnen kinderen waarvan we zien dat ze het moeilijk hebben steunen.

En ja, ook dat gaan we doen.

En de groep gaat groeien. Als ik dat zeg komen er meteen namen van andere kinderen die er bij kunnen, omdat ze het ook kunnen.

En dan zeg ik dat ik misschien juist wel ‘drukke’ kinderen, die het nog niet kunnen, er bij wil. Want hier bij horen geeft ze misschien net wat nodig is om drager te worden.

Ik had enige weerstand verwacht. Maar nee, wéér komen er namen. Deze keer van kinderen waar ze soms last van hebben, maar waar ze dus nu zij-aan-zij mee willen staan.

Ik wil Pieter er bij. Juist omdát ik last van hem heb. Ik wil hem op een andere manier leren kennen.

We praten over wat er gebeurt in school. De kinderen bekijken nu opeens incidenten met de vraag wat kinderen nodig hebben.

Wat hebben deze kinderen het goed begrepen.

Ze zijn geen ploegje ordebewakers.

Ze zijn dragers

van de school

van elkaar

van kinderen die het moeilijk hebben.

En er komen nog veel meer bij, want we kennen met elkaar meer dragers dan deze negen.

Wat ben ik vreselijk blij met ze.

Jacob Jan

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie